Extra zuurstof maakt je wereld groter
Door adem te halen, krijgen we gewoonlijk voldoende zuurstof binnen. Maar bij een longziekte kan extra zuurstof nodig zijn. Longverpleegkundige Lieke Spiegelenburg legt uit hoe zuurstoftherapie werkt en wie ermee geholpen is.
Allereerst moet ze een mythe de wereld uit helpen, zegt longverpleegkundige Lieke Spiegelenburg. Het gebruik van extra zuurstof helpt bijna nooit tegen benauwdheid. Sterker, ook mét extra zuurstof kun je benauwd zijn. Je krijgt dus alleen zuurstoftherapie als de hoeveelheid zuurstof in je bloed te laag is. En dat heeft weinig met benauwdheid te maken. Wel ben je in dat geval heel snel moe. ‘Vaak gaat het om mensen die in het eindstadium van COPD zitten. Of mensen met verlittekening in de longen (bij interstitiële longziekten, red). Of iemand die na een longaanval tijdelijk extra zuurstof nodig heeft.’
Om te kijken of zuurstoftherapie verstandig is, wordt er een polsprik afgenomen. Spiegelenburg: ‘Met een prik in de pols kunnen we zes verschillende waardes meten. Ze zijn alle zes belangrijk om te zien of zuurstoftherapie nuttig is. Eén van die waardes is het zuurstofgehalte. Bij het meten op de vinger zie je alléén het zuurstofgehalte, verder niets. Zo’n vingerprik is vooral handig om te volgen of iemand met extra zuurstof zijn streefwaarde heeft bereikt, oftewel of er genoeg zuurstof in het bloed zit.’
Vraag en aanbod
Hoe werkt zuurstoftherapie? ‘Het is een kwestie van vraag en aanbod’, legt Spiegelenburg uit. ‘Je lichaam vraagt om meer zuurstof dan het zelf uit de lucht kan halen. Dus voegen we zuurstof toe via een slangetje in je neus. Daar vermengt de zuurstof zich met de lucht die je inademt. Je lichaam hoeft dan minder hard te werken om alle zuurstof door het lichaam te verspreiden. Dus je bent minder snel moe.
De zuurstof bereikt ook makkelijker alle plekken in het lichaam. Spieren hebben bijvoorbeeld zuurstof nodig om in actie te komen. Dat lukt dan ook beter.’ Dat betekent dat je bijvoorbeeld weer visite kunt ontvangen. Misschien moest je daar zonder extra zuurstof drie dagen van bijkomen. Of je kunt weer een wandelingetje maken. Je wereld wordt dus groter.
Verschillende systemen
Zuurstoftherapie is er in allerlei soorten en maten. In ieder geval krijg je een neusbrilletje. Dat zijn de slangetjes die vanuit het zuurstofapparaat de neus ingaan. Lieke Spiegelenburg: ‘Meestal verlaat je het ziekenhuis met een vast systeem: zuurstofcilinders die je thuis neerzet en een reservetank voor als de elektriciteit uitvalt. Om mobiel te blijven, krijg je ook een draagsysteem.’
Dan is er de keuze tussen een systeem dat continu zuurstof afgeeft en een systeem dat on demand (op aanvraag) werkt. In dat laatste geval geeft het apparaat alleen zuurstof als je door je neus ademt. Adem je door je mond, dan krijg je niets. ‘Het on demand systeem is niet voor iedereen geschikt. Het lijkt fijn omdat het een klein systeem is. Maar voor mensen met bijvoorbeeld COPD is het lastig om de hele tijd door de neus te ademen.’
Verder kun je nog kiezen tussen gasvormige en vloeibare zuurstof. Gasvormige zuurstof zit in grotere cilinders en moet wekelijks of tweewekelijks worden bijgevuld door de leverancier. Vloeibaar zuurstof is samengeperst waardoor de zuurstof in een kleinere cilinder past. Je vult thuis zelf bij door de cilinder in het systeem te klikken. Bijvullen door een leverancier is veel minder vaak nodig.
Overdosis
De longarts bepaalt hoeveel liter zuurstof er per minuut wordt afgegeven. Dat is voor iedereen anders. Meestal ligt de hoeveelheid tussen een halve en twee liter per minuut.
De één heeft 24/7 zuurstof nodig, de ander alleen bij inspanning. ‘Het is belangrijk om niet zelf te gaan draaien aan de knoppen’, waarschuwt Spiegelenburg. ‘Te weinig zuurstof is niet prettig, maar te veel zuurstof kan ernstige gevolgen hebben. Het lukt dan niet om koolzuur kwijt te raken. Te veel koolzuur zorgt ervoor dat je hersenen minder vaak een seintje geven om te ademen. Het gevolg: langere adempauzes die in sommige gevallen tot coma kunnen leiden. Het is hoe dan ook belangrijk om altijd te overleggen met je longarts of longverpleegkundige. Voelt iets niet prettig, dan is er vaak veel mogelijk om je situatie te verbeteren.’
Tips en adviezen
- Zuurstof is erg duur, maar de kosten voor thuisgebruik worden vergoed vanuit de basisverzekering. Ook de stroomkosten worden vergoed.
- Zuurstof is ontvlambaar. Kook dus niet op gas, steek geen kaarsjes aan en rook niet. Ventileer je huis goed.
- Als jij of een huisgenoot rookt, heeft zuurstoftherapie geen zin. Roken doet het effect van zuurstof teniet. Daarnaast is roken in de buurt van zuurstof gevaarlijk. Als je rookt, kan er brand ontstaan.
- Heb je last van een droge huid rondom je neus? Gebruik dan een crème op basis van water. Vette crème, bijvoorbeeld vaseline, kan brandwonden veroorzaken bij zuurstoftherapie.
- Meer weten over zuurstoftherapie? U kunt het boekje Zuurstof thuis gratis bestellen.
Tekst: Mariëlle van Bussel
Dit is een artikel uit LONGWIJZER 1, 2024.