Betere behandeling bij sarcoïdose
Bij sarcoïdose hopen ontstekingscellen zich op, vooral in de longen. Soms gaan die niet meer weg. Onderzoekster Mirjam Kool wil weten waarom dat zo is. ‘Zo hopen we de sleutel te vinden voor een betere behandeling.’
Moe, benauwd, hoesten en koorts: dat zijn de meest voorkomende klachten bij sarcoïdose. Maar ook gewrichtspijn, spierpijn, rode ogen, huidproblemen en nachtzweten komen voor. Vaak geneest de ziekte vanzelf weer, maar helaas niet bij iedereen. ‘Zo’n 30 tot 50 % van de mensen met sarcoïdose ontwikkelt een chronische vorm’, vertelt onderzoekster Mirjam Kool. ‘Hoe dat komt, is nog niet bekend. Dat willen we graag uitzoeken. Want als we dat begrijpen, kunnen we het hopelijk ook beter behandelen.’
Op dit moment is de belangrijkste behandeling een langdurige kuur prednison in een hoge dosis. Kool: ‘Dat geeft heel vervelende bijwerkingen, zoals gewichtstoename en een verhoogde kans op diabetes. Alternatieven zijn daarom zeer welkom.’
Mirjam Kool kreeg van Longfonds de Dirkje Postma Talent Award en geld voor haar onderzoek. Kool: ‘Daar ben ik heel blij mee, want sarcoïdose heeft veel invloed op het dagelijks leven. Bovendien ontwikkelen mensen met chronische sarcoïdose soms andere ernstige ziektes, zoals longfibrose. Het is dus belangrijk om er meer over te weten.’
Wat is sarcoïdose precies?
Bij sarcoïdose worden er door een fout in het immuunsysteem te veel afweercellen aangemaakt, die zich ophopen. Deze ophopingen heten granulomen en kunnen allerlei andere klachten veroorzaken. ‘Afweercellen strijden tegen schadelijke invloeden van buitenaf, zoals bacteriën en virussen’ legt Mirjam Kool uit. ‘Soms lukt het de afweercellen niet om deze uit te schakelen. Dan maakt ons immuunsysteem extra afweercellen aan. Deze afweercellen kunnen dan granulomen vormen die om de schadelijke bacterie heen gaan zitten. Ze kapselen ze in, zodat je er niet ziek van wordt.’
Granulomen zijn dus eigenlijk heel nuttig. Alleen lijken er bij mensen met sarcoïdose, helemaal geen schadelijke bacteriën of virussen in de ophopingen te zitten. De afweercellen vormen dus onterecht ophopingen. Dat kan op allerlei plekken gebeuren, zoals in het hart, de lever, de huid, de ogen en de hersenen. Maar in 90 % van de gevallen zitten ze in de longen. Waarom juist daar? Kool: ‘We vermoeden dat de afweercellen granulomen vormen door bepaalde stofjes die we inademen. Onze longen komen als eerste in aanraking met deze stofjes, vandaar dat daar het vaakst granulomen voorkomen.’
Sarcoïdose is gelukkig redelijk zeldzaam: in Nederland krijgen zo’n 3.000 mensen per jaar te horen dat ze de ziekte hebben. Kool: ‘We zien dat het in sommige families meer voorkomt, dus het is zeer waarschijnlijk dat erfelijkheid een rol speelt. Dit betekent dat bepaalde genen ervoor zorgen dat je gevoelig bent voor in principe onschuldige stofjes in de lucht. Maar ik denk dat de ziekte door een samenspel van factoren ontstaat.’
Slechte en goede cellen
Om erachter te komen waarom sommige mensen genezen van sarcoïdose en andere niet, wil Mirjam Kool de afweercellen die zich hebben opgehoopt in de longen onderzoeken. ‘Het lijkt er namelijk op dat er in granulomen goede, maar ook slechte afweercellen kunnen zitten. Ons vermoeden is dat de goede cellen zorgen dat je weer van sarcoïdose geneest. Zitten er vooral slechte cellen in de granulomen, dan houd je klachten en kan de ziekte chronisch worden. Daarnaast denken we dat een eiwit dat op de afweercellen zit, een belangrijke rol speelt. Dit eiwit functioneert waarschijnlijk als een soort aan/uit-knop voor de slechte cellen. We hebben in ieder geval ontdekt dat mensen met chronische sarcoïdose veel van de slechte afweercellen hebben en weinig van dit eiwit.’
"We hopen mensen met chronische sarcoïdose gericht te kunnen helpen door iets in de cellen te beïnvloeden. Misschien komen we erachter dat de groep die vanzelf geneest, niet altijd prednison nodig heeft. Als je dat van tevoren weet, is dat winst!"
Betere behandeling
Met haar onderzoek hoopt Mirjam Kool te kunnen voorspellen of iemand chronische klachten zal krijgen of niet. Dat zou een belangrijke stap zijn naar een betere behandeling. Want dat is natuurlijk het ultieme doel. Het onderzoek van Mirjam Kool kan ook van belang zijn voor andere ziekten die met het immuunsysteem te maken hebben, zoals COPD, bepaalde vormen van astma, reumatoïde artritis (gewrichtsontstekingen) en de ziekte van Crohn (ontstekingen in de darmen). Kool: ‘Dit zijn namelijk allemaal ziektes waarbij dezelfde soort afweercellen aanwezig zijn.’
Meerdere routes
Wanneer kunnen we betere medicijnen verwachten? Dat gaat helaas nog wel even duren, denkt Mirjam Kool. Haar eigen onderzoek is in 2019 gestart. ‘Er is op dit moment een groep onderzoekers in Duitsland bezig om te testen of een al bestaand medicijn waar het eiwit in zit ook werkt bij sarcoïdose. Ze geven dit eerst aan tien patiënten om te kijken of ze ervan opknappen. Wij krijgen dan weer de longcellen van deze groep patiënten voor ons onderzoek.’
Als het eiwit blijkt te werken, kan dit redelijk snel op de markt komen. Al moet er eerst nog worden onderzocht of er geen bijwerkingen zijn bij sarcoïdose-patiënten. Dus het zal zeker nog vijf tot tien jaar duren, vreest Kool. ‘Dat is heel spijtig, maar echt nodig voor de veiligheid. Het eiwit is een van de routes naar een nieuwe behandeling, maar er zijn er meer die we willen bewandelen. Daarvoor moeten we eerst begrijpen wat er precies misgaat bij sarcoïdose. De Dirkje Postma Talent Award geeft ons hierbij een goede boost.’
Gegevens over het onderzoek
- Thema: Behandeling op Maat
- Looptijd: 01-02-2019 tot 01-08-2022
- Soort subsidie: Dirkje Postma Talent Award
- Bedrag: 200.000 euro
- Onderzoeker: Mirjam Kool (Erasmus MC)