Wat kun je zelf doen bij COPD?
Wie COPD heeft, moet daarmee leren omgaan. Dat is niet altijd makkelijk. COPD is voor iedereen anders. Gevoelens van frustratie, verdriet of somberheid zijn daarbij begrijpelijk en heel normaal. Probeer een goede balans te vinden. Richt je op wat nog wel goed gaat en accepteer dat je sommige dingen niet meer kunt.
Een ziekte die niet meer overgaat, zoals COPD, kan veel emoties losmaken. Je hebt misschien last van gevoelens als angst, verdriet, frustratie en somberheid. Deze negatieve gevoelens komen vaak voor en zijn heel begrijpelijk. Je kunt niet meer alles doen. Je leert dat meestal accepteren. Normale dagelijkse dingen, zoals wassen, aankleden of boodschappen doen zijn soms lastig.
Je bent meer afhankelijk van hulp van anderen. Misschien wordt werken moeilijker. Het verwerken van dit ‘verlies’ is een rouwproces waar emoties bij horen. Je staat er gelukkig niet alleen voor: er zijn verschillende manieren waarop je hulp kunt krijgen.
Als lotgenoten begrijp je elkaar, helaas kunnen we elkaar niet genezen
Hulp krijgen
Er zijn verschillende manieren die je kunnen helpen om je ziekte een plek te geven:
- Volg een training waarin je leert om te gaan met je problemen.
- Doe ontspanningsoefeningen. Er zijn cursussen die je leren om te gaan met stress. Je arts kan je doorverwijzen naar een maatschappelijk werker. Heb je last van angst voor benauwdheid, paniek of een depressie? Dan kan een psycholoog je misschien helpen.
Ga in gesprek met je huisarts en bekijk samen welke hulp voor jou geschikt is. Als het nodig is, kan je arts je doorverwijzen.
Vraag hulp aan je omgeving
Het is belangrijk dat je hulp vraagt. Laat mensen die dichtbij je staan weten wat voor jou moeilijk is. Zo kunnen zij rekening met je houden. Vraag daarom je familie, vrienden of buren om je te steunen. Breng je werkgever en collega’s op de hoogte. Je huisarts of longverpleegkundige kan veel voor je doen.
Tips
- Zoek iemand die jij vertrouwt en die naar je verhaal luistert.
- Vraag je partner of een goede vriend om mee te gaan naar je arts. Twee mensen horen meer dan één.
- Vraag je vrienden niet te roken waar je bij bent.
- Geef bij collega’s aan wat je nog wel zelf kunt doen. Zo voorkom je dat zij dingen van je overnemen die je wél zelf kunt.