Meer lucht voor later
COPD is toch iets voor oudere volwassenen? Nou nee, ook jonge mensen kunnen deze longziekte krijgen. Daarom onderzoekt Gerard Koppelman van het UMCG hoe de longen van kinderen groeien. ‘Bij ongeveer de helft van de mensen ontstaat het probleem al in de kinderjaren.’ Longfonds steunt dit onderzoek met de consortiumsubsidie.
‘We dachten altijd dat COPD een ziekte was die op volwassen leeftijd ontstaat’, zegt hoogleraar Kinderlongziekten Gerard Koppelman. ‘Maar een aantal jaar geleden ontdekten onderzoekers dat er meer aan de hand is. Mensen met COPD hebben op oudere leeftijd een te lage longfunctie. Bij een deel van hen ontstaat dit probleem als ze volwassen zijn. Bij hen neemt de longfunctie sneller af dan normaal, bijvoorbeeld omdat zij roken. Maar bij ongeveer de helft van de mensen ontstaat het probleem al in de kinderjaren.’ Koppelman legt uit hoe dat zit. ‘Je longen ontwikkelen zich al voor je geboorte en groeien door tot je ongeveer 22 jaar bent. Op die leeftijd is je longfunctie maximaal, daarna neemt hij weer langzaam af. Bij sommige kinderen groeien de longen minder hard of stoppen ze te vroeg met groeien. Hierdoor is hun maximale longfunctie lager als ze volwassen zijn. Als zij ouder worden en de longfunctie daalt, kunnen zij hierdoor ook COPD krijgen.’
Longfonds directeur Michael Rutgers reikt de cheque ter waarde van 750.000 euro 'virtueel' uit aan Gerard Koppelman.
Hoe longen groeien
Om te leren hoe COPD ontstaat, wil Koppelman begrijpen hoe de longen groeien vanaf de geboorte tot iemand volwassen is. En ook waarom dat bij sommige kinderen minder goed gaat. Hij onderzoekt dit in de PIAMA-studie. Longfonds steunt dit onderzoek vanaf de beginjaren. In 1996 werden 4.000 kinderen, al tijdens de zwangerschap, opgenomen in het onderzoek. Nu de kinderen volwassen zijn, gaat Koppelman ze opnieuw onderzoeken. ‘In een twee uur durend onderzoek willen we van alles bij ze meten. We leggen ze vragenlijsten voor, meten de longfunctie en nemen bloed af. Ook verzamelen we met een borsteltje wat cellen uit hun neus voor DNA-onderzoek.
Genen en omgeving
In het nieuwe onderzoek zijn drie dingen belangrijk. De eerste is erfelijkheid – het DNA, de genen die een kind van zijn ouders erft. Koppelman: ‘Dit bepaalt voor een deel hoe hard je longen groeien.’ Daarnaast is er de ‘epigenetica’. Dat gaat over dat we niet alleen bepaalde genen erven, maar dat deze soms ook aan of uit staan. ‘Dat aan of uit staan, kan bijvoorbeeld ontstaan door roken of luchtvervuiling. Hierdoor werken bij sommige mensen de cellen in hun lichaam anders dan bij anderen.’ Tot slot kijken de onderzoekers naar de omgeving waarin de deelnemers opgroeien. ‘Daarvoor gebruiken we gegevens uit de vragenlijsten, bijvoorbeeld over roken en voeding. En we doen metingen in het bloed. Die vertellen ons iets over de chemische stoffen waaraan de deelnemers blootstaan, zoals giftige stoffen op het werk.’
Het samen doen
Samenwerken is heel belangrijk in dit onderzoek. Aan de PIAMA-studie doen meerdere onderzoeksinstellingen mee. Iedereen brengt andere kennis en ervaring in. ‘Hierdoor kunnen we de gezondheid van opgroeiende kinderen en jongvolwassenen zo goed mogelijk onderzoeken’, zegt Koppelman. ‘Daarnaast werken we samen met onderzoekers uit het buitenland. Zo is er in Zweden een onderzoek dat kinderen vanaf de geboorte volgt. Als we binnen de PIAMA-studie uitvinden hoe het komt dat de longen beter of slechter groeien, kunnen we testen of dat bij de Zweedse kinderen ook zo werkt. Tot slot denken de deelnemers aan de PIAMA-studie mee bij het onderzoek. Toen ze jonger waren, deden ze mee omdat hun ouders dat wilden. Nu denken ze zelf ook mee over hoe we het onderzoek uitvoeren. We doen het echt samen.’
"We hopen stofjes te vinden die de longen beter laten groeien. De deelnemers aan de PIAMA-studie denken zelf mee over het onderzoek."
Resultaten tot nu toe
Inmiddels ontdekten de onderzoekers het dubbele effect van een rokende moeder tijdens haar zwangerschap in combinatie met de keuze om als jongere zelf te beginnen. Die mensen zijn extra kwetsbaar voor de schadelijke effecten van roken. Koppelman: 'Het is jammer dat niet alleen astma in de familie zit, maar ook roken. Ik zou graag zien dat de overheid meer doet om dat tegen te gaan, en actiever bijdraagt aan een rookvrije generatie, zoals ze in Nieuw-Zeeland doen.'
Koppelman verwacht dat het onderzoek naar de longfunctiegroei in 2025 klaar is. ‘Ik hoop dat we leren op welke manier erfelijkheid en de omgeving waarin we leven bepalen hoe groot je longen groeien. Verder hoop ik dat we stofjes vinden waarmee we kunnen voorspellen welke kinderen een slechtere longfunctie krijgen. Tot slot zou het mooi zijn als we niet alleen stofjes vinden die de longgroei remmen, maar ook stofjes die de longen juist beter laten groeien. Als dat allemaal lukt, is dat een geweldige stap in het onderzoek naar COPD. We vervullen dan onze wens uit de titel van het project: een bijdrage leveren aan meer lucht voor later.’
Gegevens over het onderzoek
- Looptijd: 01-05-2021 tot 01-05-2025
- Soort subsidie: Preventie Consortium
- Bedrag: 750.000 euro
- Naam onderzoeker: Gerard Koppelman (UMCG) en onderzoekers van de Universiteit
Utrecht, het RIVM en het UMCU
Ga (terug) naar de campagnepagina 'Voorkom astma bij kinderen'