Wereld Astmadag: aandacht voor astma bij kinderen
Longfonds vraagt dit jaar op Wereld Astmadag, dinsdag 2 mei, extra aandacht voor astma bij kinderen. Astma is de meest voorkomende blijvende ziekte onder kinderen in Nederland. Dat weet nog lang niet iedereen. Ook is er nog veel onbekend over de invloed die astma heeft op het dagelijks leven van kinderen. Zij kunnen door hun astma niet met alles meedoen en stuiten soms op onbegrip in hun omgeving.
‘Door open te zijn, helpt Mees andere kinderen met astma’
Er rust nog best een taboe op astma, merkt Virna. Goed dus dat haar zoon Mees (12) open met klasgenoten over zijn astma praat. En daarmee helpt hij niet alleen zichzelf. ‘Ook voor andere kinderen wordt astma bespreekbaar. Dat is zo belangrijk!’
Virna: ‘Ook ik wist niet dat astma de meest voorkomende blijvende ziekte onder kinderen is toen Mees klachten kreeg. Hij was steeds vaker kortademig, had een piepende ademhaling. Toen hij een jaar of negen was, hoorde ik hem ‘s nachts heel erg piepen. Dat heb ik gefilmd en de volgende dag aan een kinderarts laten zien. Ik werkte destijds als kinderverpleegkundige, dus de lijntjes waren kort. Die kinderarts sloeg meteen alarm, dat is een geluk geweest. Het komt vaak voor dat ouders pas veel later ontdekken dat hun kind astma heeft. Zo kwamen we er via een longfunctietest al snel achter wat er aan de hand was. Mees had astma en moest medicijnen gebruiken.’
Heel open
‘Ik ben longverpleegkundige geworden, zodat ik Mees en ook andere kinderen kan helpen om met astma te leven. Want de invloed is groot, ook op de gezinnen van kinderen met astma. Mees is er actief mee bezig. Hij praat er heel open over, ook met zijn klasgenoten. Dat brengt het gesprek op gang, en dan blijkt soms dat anderen ook een puffer gebruiken. Door zijn openheid helpt hij niet alleen zichzelf, maar ook andere kinderen met astma.’
Geen rondjes rennen
Mees: ‘Ik vind het belangrijk dat meer kinderen weten wat astma is. Daarom heb ik al een paar keer werkstukken gemaakt over astma. Via de website astmakids.nl kan ik alles vinden wat ik nodig heb. Mijn moeder weet door haar werk heel veel over astma.
Het moeilijkste aan het hebben van astma vind ik dat ik niet alles kan wat de meeste andere kinderen kunnen. Vooral bij gym merk ik dat. Ik kan geen rondjes rennen, dan word ik snel benauwd. Ik vind sport leuk, maar veel sporten zijn te heftig voor mij. Sinds september ga ik naar de vrijeschool in Bergen, dat is vanuit Zaandam best een eind reizen. Maar ik voel me daar een stuk beter. De school staat midden in het groen en is dicht bij zee. Ik had ook naar Amsterdam kunnen gaan, maar daar heb ik veel meer last van de vieze lucht. Dat gaat in Bergen gelukkig stukken beter.’
Het moeilijkste aan het hebben van astma vind ik dat ik niet alles kan wat de meeste andere kinderen kunnen.
Het gaat niet over
Virna: ‘Als longverpleegkundige zie ik hoeveel invloed de lucht heeft op hoe mijn patiënten zich voelen. Ook bij Mees merk ik het verschil. De lucht hier in Zaandam is verre van schoon. We wonen best dicht bij Tata Steel en er staat een biomassacentrale om de hoek. Als wij naar Friesland gaan, kan hij veel vrijer ademen. En daar lukt het wél om gewoon te rennen en te fietsen.
Als longverpleegkundige valt het me op dat veel mensen niets weten over hoe belangrijk schone lucht is. Kinderen, maar ook hun ouders. Ze weten bijvoorbeeld weinig over de invloed van luchtvervuiling, of van roken. Daarnaast zijn er zó veel kinderen die hun medicijnen niet goed gebruiken. Die verkeerd puffen. Of er helemaal mee ophouden, omdat hun ouders denken dat het weer beter gaat. “Het gaat wel weer over”, hoor ik ze dan zeggen. Maar nee, het gaat niet over. Astma is blijvend. Je kunt het door medicijngebruik wel onder controle krijgen. En er goed mee leren leven. Daar probeer ik dan zo goed mogelijk op in te spelen.’
Op tijd een puf
‘Er rust best een taboe op astma, merk ik als moeder en als longverpleegkundige. Vooral kinderen schamen zich ervoor. Dan helpt het niet als een gymleraar zegt dat je door moet rennen, terwijl je eigenlijk even moet gaan zitten om een puf te nemen. Dat soort verhalen hoor ik vaak, helaas. Niet alleen ouders hebben hier een rol, ook school en andere kinderen. Eigenlijk iedereen in Nederland. Voor kinderen is het zo belangrijk te weten dat ze niet de enige zijn. Maar dat gevoel hebben ze wel!
Wat dat betreft is er nog een wereld te winnen. Ik weet zeker dat het enorm helpt als we mensen laten weten wat het betekent om astma te hebben. Dat kinderen beseffen dat ze die medicijnen gebruiken voor zichzelf. Dat ze beter mee kunnen doen als ze juist wél op tijd een puf nemen. Dat zie ik ook aan Mees. Wees open, praat over astma. Dat helpt niet alleen jezelf, maar ook je omgeving.’