Wat zeggen genen over astma?

Onze genen bepalen hoe groot de kans is dat je een bepaalde ziekte krijgt. Bij mensen met astma zijn de genen in de cellen van het longweefsel echt anders. Dat ontdekte prof.dr. Rudi Hendriks van het Erasmus MC.

Meisje astma inhalator

‘We hebben meer kennis gekregen over wat er aan de hand is bij astma’, zegt Rudi Hendriks. De hoogleraar van de Erasmus Universiteit onderzocht de genen en de samenstelling van cellen uit het longweefsel. Dat deed hij samen met onderzoekers van het UMC Groningen. De eigenschappen van longweefselcellen blijken anders te zijn bij mensen met astma dan bij gezonde mensen. Dat komt waarschijnlijk door een verschil in hoe de genen van die cellen eruitzien. ‘Daar was nog veel onduidelijkheid over, maar dat hebben we nu deels in kaart.’

Meer dan 200 genen

Uit eerder genetisch onderzoek is bekend dat meer dan tweehonderd genen een rol spelen bij de ontwikkeling van astma. ‘Wat die genen precies doen, is nog voor een groot deel onbekend. We hebben nu een stap gezet om dat beter te begrijpen.’ Deze kennis zou volgens Hendriks in de toekomst kunnen helpen om te voorspellen of iemand een grotere kans heeft op astma. Zo ver is het nu nog niet, zegt hij. ‘Ik hoop dat we dat onderzoek kunnen verbeteren. Dan kunnen we de kans op astma beter voorspellen.’ 

De onderzoekers van de afdeling Longgeneeskunde gaan dit verder uitpluizen. Daarvoor gebruiken ze de gegevens van een bijzonder bevolkingsonderzoek. Het Erasmus MC volgt namelijk al heel lang een groep van bijna 20.000 mensen in The Rotterdam Study. ‘De informatie van deze grote groep combineren we met onze eigen informatie. Daarmee zijn we gekomen tot een ‘genetische risicoscore’. Dat is een cijfer dat aangeeft hoe groot de kans is op allergisch astma als je bepaalde genen hebt.’

Rudi Hendriks 2024

‘Straks kunnen we hopelijk beter voorspellen of een kind astma ontwikkelt’

Prof.dr. Rudi Hendriks

Voorspellen

Het is een stap voorwaarts, maar Hendriks wil de verwachtingen niet te groot maken. ‘Hiermee is het niet morgen al mogelijk om vast te stellen of iemand wel of geen astma heeft. Wel kunnen we straks hopelijk beter voorspellen of een kind astma ontwikkelt.’ Voorspellen is sowieso moeilijk. Zeker bij jonge kinderen kunnen er allerlei andere redenen voor luchtwegproblemen zijn. Het helpt als je weet of er in de familie astma voorkomt. Die informatie kun je combineren met informatie over hoe de genen eruitzien. ‘Daaruit kun je afleiden of de kans op astma groter is. Als je dat weet, kun je daar rekening mee houden. Bijvoorbeeld door meer aan het voorkómen van astma te doen, te letten op klachten of sneller naar de dokter te gaan. Thuis kun je al het een en ander aanpassen zodat er minder allergenen zijn, zoals huisstofmijt, pollen of huisdieren.’

Ongevoelig voor steroïden

Sommige mensen met astma worden behandeld met steroïden. Dat middel werkt heel goed. Toch is ongeveer één op de tien van hen ongevoelig voor deze behandeling. ‘Er zijn twee types cellen die een rol spelen bij deze ongevoeligheid. Dat is een van de belangrijke dingen die we hebben gevonden. Hoe die ongevoeligheid tot stand komt, willen we verder uitzoeken. Daarvoor moeten we dus deze twee celtypes verder onderzoeken.’

Nieuwe kennis

Het onderzoek van Hendriks levert belangrijke nieuwe kennis op. Om die echt in de praktijk te kunnen toepassen, is vervolgonderzoek nodig met grotere groepen mensen. Met subsidie van Longfonds gaan longartsen van het Franciscus Gasthuis samen met Hendriks verder onderzoek doen. ‘Hierbij worden mensen behandeld met steroïden, antibiotica, of met een combinatie van beide. We volgen deze mensen op de voet en onderzoeken immuuncellen in hun bloed. Als uit dit onderzoek grote verschillen komen, kan dat leiden tot aanpassingen van de behandelingen bij astma.’

Tekst: Jasper Enklaar

Voorkom astma bij kinderen

Longfonds wil dat geen enkel kind meer astma krijgt. Daarom halen we zo veel mogelijk geld op om wetenschappelijk onderzoek naar astma te versnellen.

Emran, voorkom astma bij kinderen