Verslag Longpunt Beverwijk van 29 maart 2023

Inhalatiemedicatie en gebruik van zuurstof

De longarts zoekt uit wat het beste  bij iemand past, een luchtwegbeschermer of een luchtwegverwijderaar. De luchtwegbeschermer werkt met name aan de binnenkant van de luchtwegen op het slijmvlies, luchtwegverwijderaars werken op de spiertjes van de luchtwegen en opent de luchtwegen waardoor je minder benauwd bent.

Wat er bij iemand past dat hangt van de klacht af bijv  :

• Astma
• COPD
• Of je stabiel bent of juist erg benauwd
• Bij bronchitis of je veel slijm hebt
• Longemfyseem heeft een groot effect op de medicijnen doordat de longblaasjes kapot zijn waardoor je minder zuurstof kunt opnemen en minder koolzuur kunt uitademen.

Bij astma gebruik je een luchtwegverwijderaar en een luchtwegbeschermer, de beschermer gebruik je altijd ook als er geen klachten zijn. Hierdoor reageren je longen minder heftig op prikkels en heb je minder last van astmaklachten. Bij astma is het de bedoeling om klachtenvrij te zijn, bij COPD is dit niet haalbaar.

Een langdurige luchtwegverwijder zoals Spiriva wordt gebruikt bij hyperinflatie, hier blijft er teveel lucht achter in de longen.

Het is belangrijk dat je de puffer goed inhaleert, de medicatie moet laag in de longen terecht komen. Dit doe je door eerst goed uit te ademen dan inhaleren en vervolgens 10 tellen de adem vast te houden. Lukt het niet met een poeder om de adem vast te houden dan kan je een verstuiver gaan gebruiken met een voorzetkamer, hierbij hoef je de adem niet vast te houden wel 5 keer in en uit ademen na inhalatie. Altijd eerst de luchtwegverwijderaar gebruiken en daarna de luchtwegbeschermer.

Bijwerkingen van de luchtwegverwijderaar zijn onder meer trillingen, versnelde hartslag en een gejaagd gevoel, van de luchtwegbeschermer krijg je meestal een droge mond. Aan deze bijwerkingen is helaas niet veel te doen.

Tijdens een afspraak met de longverpleegkundige zal zij soms kijken of u goed de medicijnen inhaleert, als dit niet goed wordt gedaan zal het pufje niet helpen.

Soms is het nodig om extra zuurstof toe te dienen, dit gebeurt er als de saturatie (zuurstof in het bloed) veel te laag is. Bij gezonde mensen zit de zuurstofsaturatie tussen de 95% en 99%, door een longziekte kan dit zover dalen dat extra zuurstof nodig is om schade aan het hart en andere organen te voorkomen.

De longarts zal na een aantal metingen vaststellen of dit het geval is. Niet alleen door een longziekte maar ook door bloedarmoede of een schildklieraandoening kan er zuurstof tekort ontstaan in het bloed. De saturatie wordt vaak gemeten door een knijpertje aan je vinger, alleen dit geeft niet helemaal een betrouwbaar beeld.

Daarom zal er een bloedgasprik worden gegeven, hierbij wordt er bloed uit de slagader meestal in de pols worden gehaald.

Als gebleken wordt dat er extra zuurstof nodig is krijgt u een zuurstofapparaat thuis dit wordt vergoed door de verzekering.  Hoeveel zuurstof er nodig is hangt af van het zuurstoftekort in het bloed, het kan ook zo wezen dat er alleen bij inspanning zuurstof nodig is.

Mensen met een longaandoening denken vaak dat zij niet op vakantie kunnen met een vliegtuig, om te kijken of het wel mogelijk is kunt u een fit to fly test aanvragen bij de longarts. Heeft u verder nog vragen over het gebruik van zuurstof kunt u een folder aanvragen bij het longfonds. www.longfonds.nl en natuurlijk kunt u hier ook nog meer informatie vinden over het gebruik van inhalatoren.

Toos bedankt Bernie met een presentje en geeft aan dat er binnenkort een mail komt over de voortgang van het longpunt.