Longventielen bij COPD: betere kwaliteit van leven
Een betere hartfunctie, meer spierkracht en hogere kwaliteit van leven door een verbeterde longfunctie? Dat levert de behandeling met longventielen op bij mensen met COPD. Deze effecten blijken uit het afgeronde SoLVe onderzoek van onderzoekers uit het UMC Groningen en kennis- en behandelcentrum CIRO.
Ondertussen hebben al 850 mensen met ernstig COPD in Nederland één-richtingsventielen in hun longen gekregen. Daar komen jaarlijks zo’n honderd mensen bij. De meeste mensen worden behandeld in het UMC Groningen en het Maastricht UMC. De ingreep, genaamd bronchoscopische longvolumereductie, kan helpen bij mensen met COPD. Ook al komt van die mensen nog steeds maar een klein deel voor de behandeling in aanmerking.
Longventielen
Dirk-Jan Slebos, longarts van het UMC Groningen, legt uit dat de behandeling werkt doordat in het slechte ‘uitgerekte’ deel van de longen de ventielen geplaatst worden. Zo kan er geen lucht meer in komen, alleen maar eruit. Alleen het gezondere deel van de longen wordt nu nog gebruikt, waardoor ademen weer een stuk makkelijker is.
Revalidatieprogramma
Eerder was nog niet bekend of een revalidatieprogramma zorgt voor betere resultaten bij de ventielbehandeling. Daarom heeft Slebos dit onderzocht in samenwerking met arts-onderzoeker Marieke van der Molen van het UMC Groningen en longarts Rein Posthuma van het CIRO. Zij hebben hiervoor de mensen die de behandeling kregen in drie groepen verdeelt. Waarvan één groep het revalidatieprogramma volgde na de behandeling. Een tweede groep volgde het programma ervoor. En een derde groep kreeg alleen maar de ventielbehandeling.
Uit het onderzoek blijkt nu dat het niet uitmaakt of iemand het revalidatieprogramma voor of na de ingreep volgt. Verder geeft ‘het volgen van een revalidatieprogramma geen extra voordeel naast het ondergaan van de ventielbehandeling’, vertellen Van der Molen en Posthuma. Het effect van het programma kan voor sommige mensen nog wel voordelig zijn, maar dit zal ‘per persoon bekeken moeten worden’.
'Het volgen van een revalidatieprogramma geeft geen extra voordeel naast het ondergaan van de ventielbehandeling.'
Niet alleen effect op de longen
Eerder was er al bekend dat mensen na de behandeling minder kortademig zijn en meer energie hebben. Slebos, Van der Molen en Posthuma laten nu zien dat daarnaast ook andere organen verbeteren. Zo kan het hart met meer kracht gaan kloppen en meer bloed rondpompen. Verder werden er geen negatieve effecten op het hart gevonden. Van der Molen en Posthuma: ‘Hieruit kunnen we concluderen dat de behandeling veilig is voor het hart maar dat daarnaast ook het ontluchten van de longen juist een positief effect kan hebben op de hartfunctie.’
Niet alleen het hart, maar ook de spierkracht verbetert. Zowel in de armen als de benen. Dit komt doordat mensen na de behandeling weer meer bewegen omdat ze minder kortademig zijn. Hierdoor verbetert de spierkracht en conditie. Ondanks dat mensen meer bewegen, worden ze na de ingreep toch zwaarder en krijgen ze een hoger percentage aan vet. Dit is verrassend. Van der Molen en Posthuma leggen uit dat dit waarschijnlijk komt doordat ‘het eten nu minder lucht en energie kost dan vóór de behandeling. Daardoor gaan mensen meer eten.’
Testen wie voor de behandeling in aanmerking komt
Slebos: ‘We kunnen niet vooraf voorspellen hoe groot het voordeel zal zijn dat mensen zullen hebben van de behandeling met longventielen.’ Ook krijgt nog steeds één op de vijf mensen een klaplong na de ingreep. Al is dit goed en snel te behandelen. Wel is duidelijker geworden hoe bepaald kan worden wie ervoor in aanmerking komt. Een CT-scan blijkt daarbij belangrijker dan eerst werd gedacht, omdat hiermee veel te zien is. Naast die scan wordt ook nog steeds een longfunctietest en een wandeltest gedaan. Maar een echo van het hart is volgens Slebos niet altijd meer nodig.
Drie jaar later…
In korte tijd na de behandeling merkten mensen al positieve veranderingen in hun lichaam. Nu blijkt dat zelfs ‘drie jaar na de behandeling de longfunctie en de mate waarin mensen zich kunnen inspannen, nog steeds beter is dan voor de behandeling’, stelt Slebos. Het effect neemt over tijd wel wat af. Slebos denkt dat dit komt doordat COPD zich alsnog verder ontwikkelt en mensen ouder worden. Deze veranderingen zijn helaas niet tegen te houden, maar de kwaliteit van leven blijft na drie jaar nog steeds beter dan vóór de ingreep.
Pech of geluk?
Alleen mensen met ernstig COPD kunnen voor een behandeling met longventielen in aanmerking komen. Maar van de doorverwezen mensen komt zelfs maar twintig procent uiteindelijk echt in aanmerking voor de behandeling. Dit komt volgens Slebos doordat bij veel mensen met COPD ‘de scheidingswand tussen de longkwabben niet compleet is’. Dit is al vanaf de geboorte zo en is dus ‘een kwestie van pech of geluk hebben’, legt Van der Molen uit. ‘Factoren zoals roken, leeftijd of ernst van de COPD hebben hier geen invloed op.’
Tekst: Dyon Bakker
Aan dit onderzoek werkten wetenschappers van het UMCG, het MUMC, CIRO en het Radboud UMC samen.
Meer weten over hoe longventielen werken? Lees ons bericht van november 2017.
Lees het verhaal van Chris Spaan over zijn ervaring met longventielen.
In onze webinar LONGFONDS TALK van juni 2022 vertelt onder andere prof. Dr. Dirk-Jan Slebos meer over bronchoscopische behandelingen voor mensen met COPD.