Behandeling van het RS virus
Er is geen specifieke behandeling tegen het RS virus. Ter geruststelling: de meeste infecties verlopen mild en gaan vanzelf over. Oók bij de meeste baby's en kinderen onder de twee jaar. Zij kunnen gewoon thuis blijven. Voor kinderen met een verhoogd risico is een vaccin beschikbaar.
Het blijft belangrijk dat je je kind goed in de gaten houdt als hij verkouden lijkt. Worden de klachten ernstig, dan wordt hij wél opgenomen in het ziekenhuis. Het herstel van de infectie met het RS virus kan zeker twee weken duren. Dit hangt natuurlijk af van de ernst van de ziekte.
Naar het ziekenhuis
Het RS-virus kan soms leiden tot een bronchiolitis: een ontsteking van de kleine luchtwegen. Bij een ernstige bronchiolitis wordt je kind opgenomen in het ziekenhuis. Het besluit om je kind op te nemen komt vaak als een verrassing. Dit is voor jou en je kind best moeilijk, zonder enige voorbereiding. Wees eerlijk tegen hem. Vertel dat hij ziek is en dat de mensen in het ziekenhuis hem beter gaan maken. Het is goed om te vertellen wat hij kan verwachten, zoals onderzoeken door de arts, infuus en extra zuurstof.
Uitdroging voorkomen
Als je kind erg ziek is, eet en drinkt hij waarschijnlijk minder. Belangrijk is dat je kind voldoende vocht binnenkrijgt, want uitdroging is gevaarlijk voor jonge kinderen. Probeer regelmatig extra vocht aan te bieden. Als het kind is uitgedroogd en zelf onvoldoende kan drinken, dan wordt een maagsonde aangebracht. Dit is een slangetje dat via de neus rechtstreeks naar de maag loopt. Je kind krijgt vocht binnen via de sonde. Vocht toedienen kan eventueel ook via een infuus.
Zuurstof toedienen
In het ziekenhuis wordt de hoeveelheid zuurstof in het bloed van je kind gemeten. Als die te laag is, krijgt hij zuurstof toegediend met een zuurstofbrilletje. Dit zijn twee kleine, korte sprietjes in zijn neusgaten waardoor extra zuurstof wordt geblazen. Is dit nog onvoldoende, dan krijgt hij een kapje over zijn mond en neus om zuurstof toe te dienen. Het ziet er misschien niet prettig uit, maar het brengt direct verlichting.
Vertrouwen geven
In het ziekenhuis komt er veel op jou en je kind af. Belangrijk is dat je rustig blijft en dat je kind je kan vertrouwen. Knuffel hem als dit kan en praat tegen hem. Ook al begrijpt hij het nog niet helemaal. Je stem geeft hem vertrouwen en een gevoel van veiligheid. Geef je borstvoeding, ga hier dan vooral mee door. Moedermelk bevat belangrijke antistoffen. Natuurlijk zorg je voor zijn vertrouwde spulletjes van thuis. Zijn knuffel, speen en een fijn pyjamaatje bijvoorbeeld. Zorg ervoor dat deze gewassen en dus virusvrij zijn.
Naar huis
Een ziekenhuisopname heeft impact op een kind. Een vreemde omgeving, onderzoeken en artsen. Hierdoor kan je kind van slag raken. Als hij weer naar huis mag, kan hij erg aanhankelijk zijn. Hij slaapt onrustig en kan nare dromen hebben. Dit gaat weer over. Zeker met een beetje extra aandacht van jou als ouder. Je kunt met je kind praten over zijn ervaringen. Er zijn boekjes verkrijgbaar over dit onderwerp. Vraag ernaar in het ziekenhuis of kijk in de bibliotheek.
Vaccinatie
Valt je kind in een van de risicogroepen? Dan krijgt hij van oktober tot maart beschermende antistoffen toegediend. Het RS virus is namelijk in deze periode actief. Je kind krijgt vijf keer de vaccinatie. Dit wordt door de zorgverzekeraar vergoed.
Je kind krijgt de vaccinatie aangeboden als hij:
- Geboren is vóór 28 weken zwangerschap. In oktober is hij onder de één jaar.
- Geboren is na een zwangerschapsduur van 29 t/m 32 weken. In oktober is hij onder de zes maanden.
- Een ernstige aangeboren hartafwijking heeft.
- Te vroeg geboren is én een blijvende longziekte heeft. Je kind is hier tot zes maanden vóór oktober nog medisch voor behandeld. Ook is hij onder de twee jaar.
- Een afweerstoornis heeft en onder de één jaar is.
- Taaislijmziekte (Cystic Fibrosis) heeft.