‘Emran is soms zo benauwd, de ambulance kent ons adres helaas goed.’
Emran leeft al sinds zijn geboorte met astma. Terwijl hij worstelt met de uitdagingen die deze chronische aandoening met zich meebrengt, leert hij van zijn moeder Zahra om zijn astma te accepteren en te omarmen als een deel van zijn leven. Samen streven ze ernaar om "vrienden te worden" met zijn astma en de beperkingen te overwinnen.
Emran is een vrolijke jongen die houdt van voetbal. Het liefste zou hij iedere dag na school een balletje trappen. Helaas houdt hij dat meestal niet vol. ‘Als het lukt om één hele week naar school te gaan, moet ik de week erna vaak uitrusten.'
Emran gaat naar een speciale school in Rotterdam, waar de juffen en meesters rekening kunnen houden met zijn astma. Hij zit in een klas met kinderen die net als hij chronisch ziek zijn. ‘Op mijn oude school wisten ze er te weinig over en konden zij niet helpen als het misging.' En mis gaat het regelmatig. Moeder Zahra vertelt dat ze soms wel drie keer per maand op de IC zijn. ‘Emran wordt dan zo benauwd dat het gevaarlijk kan worden. De ambulance kent ons adres helaas goed.’
Snelle achtbanen
Wie met Emran praat, ziet vooral een opgewekte en slimme jongen met veel plannen voor de toekomst. ‘Ik wil dokter worden, zodat ik andere kinderen kan helpen. Misschien kan ik er dan voor zorgen dat zij geen astma krijgen’, vertelt hij. Als hij kon kiezen, zou hij in zijn vrije tijd vaker naar een pretpark gaan. Hij is gek op achtbanen. ‘Vooral die hard naar beneden gaan.’ Maar precies met dit soort uitjes, merkt hij dat hij anders is dan de rest van zijn familie. ‘Mijn broer en zusjes kunnen alles doen, maar ik moet oppassen voor mijn ademhaling. In een snelle achtbaan word ik meteen benauwd.’
‘Voor een vriend heb je geen angst. Daar denk ik aan als ik het erg benauwd heb.’
Geen angst
Emran gebruikt puffers wanneer hij zich benauwd voelt. Ook heeft hij een vernevel-apparaat in de vorm van een zeehond. ‘Dat helpt het beste, maar eigenlijk mag dat niet iedere dag.' Volgens moeder Zahra kunnen ze niet anders dan het apparaat dagelijks gebruiken. Anders heeft Emran te veel last van hoesten en benauwdheid. Hij gebruikt ook prednison en antibiotica. Het is voor Emran en zijn moeder niet altijd duidelijk of alle medicatie echt helpt. Maar ze willen het graag uitproberen in de hoop op verbetering. ‘Ik kreeg ook een prik om mijn astma tegen te gaan. Dat was echt niet fijn, maar ik bleef zo rustig als ik kon.’
Een andere kijk op astma
Zahra vertelt dat het vooral belangrijk is voor Emran om niet verdrietig of angstig te worden, anders raken zijn longen geprikkeld en kan hij extra benauwd worden. Daarom leert ze hem om op een andere manier over zijn ziekte te denken. ‘Mijn moeder zegt dat ik moet proberen vrienden te worden met mijn astma.’ Dat houdt voor Zahra in, dat ze zoveel mogelijk leren over de ziekte, zodat ze er beter mee om kunnen gaan. ‘Voor een vriend heb je geen angst. Daar denk ik aan als ik het erg benauwd heb.’
Lees ook de verhalen van andere kinderen met ernstig astma
of ga naar 'Voorkom astma bij kinderen'