‘Collecteren voor Longfonds? Dat is voor mij vanzelfsprekend’
Vier avonden per jaar trekt Albert Gieskes eropuit, collectebus in de hand, klaar om aan te bellen bij zijn buurtgenoten. Voor de 77-jarige Leidenaar is collecteren voor Longfonds meer dan een goede daad; het is een missie die diepgeworteld is in zijn eigen leven. ‘Longziekten hebben mijn familie getekend. Dit is mijn manier om iets terug te doen.’

Een persoonlijk verhaal
De keuze om zich in te zetten voor Longfonds is voor Gieskes een logische. ‘Mijn overgrootvader, mijn grootvader en mijn vader zijn alle drie gestorven aan longemfyseem. Bovendien is mijn vrouw twintig jaar geleden overleden aan longkanker.’ Zelf heeft hij last van bronchiale hyperreactiviteit, waardoor zijn longen direct reageren op prikkels in de lucht. ‘Als ik een kamer binnenloop waar gerookt is, of als iemand een bepaald parfum draagt, voel ik mijn longen meteen samentrekken. Dat blijft zo totdat de prikkel verdwijnt en ik weer vrij kan ademen.’
Zijn eigen ervaringen maken hem extra gemotiveerd om bij te dragen aan het werk van Longfonds. ‘Ik weet hoe belangrijk onderzoek naar longziekten is. En als ik door langs de deuren te gaan kan helpen, doe ik dat met liefde.’
Een leven lang aandacht voor ademhaling
Als voormalig ziekenhuispsycholoog heeft Gieskes zich jarenlang verdiept in de rol van ademhaling. ‘Veel klachten zijn psychosomatisch. Dat kan betekenen dat mensen lichamelijke klachten ervaren die eigenlijk door stress veroorzaakt worden. Ademhaling speelt daar een cruciale rol in. Als je ademhaling te hoog zit, activeert dat het stressmechanisme en kunnen je luchtwegen zich vernauwen.’
Zijn fascinatie voor ademhaling bracht hem regelmatig in contact met longartsen. ‘Ik werkte samen met een longarts die net als ik geïnteresseerd was in hoe ademhaling invloed heeft op de gezondheid. Als je leert je ademhaling onder controle te houden, kun je veel bereiken. Dat geldt voor gezonde mensen, maar zeker ook voor mensen met een longziekte.’

Van donateur naar collectant
Vijf jaar geleden kreeg Gieskes een telefoontje met de vraag of hij donateur wilde worden van Longfonds. ‘In mijn straat collecteert de ene buurvrouw voor het Reumafonds en de andere voor de Nierstichting. Longfonds paste daar mooi tussen. Ik had geen enkele reden om nee te zeggen.’
Sindsdien gaat hij elk jaar met een brede glimlach op pad. Hij regelt de collectebussen voor zijn wijk en loopt samen met twee anderen langs de deuren. ‘Ik ben organisator, maar dat stelt niet zoveel voor,’ lacht hij. ‘Het belangrijkste is dat er met de collectebussen gelopen wordt.’
Gulle gevers en nieuwe technologieën
In de vijf jaar dat Gieskes collecteert, is er weinig veranderd aan de bereidheid van mensen om te geven. ‘Er is veel sympathie voor Longfonds. De meeste mensen geven gul.’ Overigens merkt hij dat technologie een steeds grotere rol speelt. ‘Vroeger waren het vooral de jongere mensen die de QR-code op de bus scanden. Nu zie ik ook steeds meer ouderen direct hun telefoon pakken. Het gemak dient de mens.’
Collecteren is voor Gieskes meer dan geld ophalen. ‘Het mooiste is dat je letterlijk een kijkje krijgt in verschillende werelden. Iedere keer als een voordeur opengaat, weet je niet wat je aantreft. Soms is de gang opengebroken vanwege een verbouwing, soms kom je in een huis waar de inrichting je meteen aanspreekt. Die variatie maakt het zo leuk. Ik loop vier avonden ongeveer twee tot tweeënhalf uur. Dat is goed te doen. Wat ik mooi vind, is dat ik met zoveel verschillende mensen in contact kom.’
Samen sterk voor gezonde longen
Aan het eind van een collecteweek levert Gieskes een mooi bedrag af, vaak grotendeels in munten. ‘Ik heb een kapper en een gereedschapszaak in de buurt die altijd blij zijn met kleingeld. Bij hen wissel ik het in voor briefjes en maak het bedrag direct over naar Longfonds. Zo helpen we elkaar.’
Zijn boodschap aan anderen is simpel: ‘Als je een paar avonden per jaar over hebt, overweeg dan om te collecteren. Het is een kleine moeite, maar het maakt een groot verschil. Longziekten raken zoveel mensen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat er meer onderzoek komt en dat er steeds minder mensen last hebben van benauwde longen. Daar doe ik het voor.’