Eerste hulp bij een kwetsbare huid
Een kapotte huid is nooit fijn, maar zeker niet in de zomer. Dat weet iedereen die langdurig prednison gebruikt. Dit medicijn heeft als bijwerking een dunne en kwetsbare huid waarop makkelijk wondjes ontstaan. Wat kun je er zelf aan doen? Wondverpleegkundige Patricia Broos legt uit.
‘Gezond eten en voldoende drinken helpen de huid gezond houden’
Veel mensen met een longziekte gebruiken medicijnen die de ontsteking in de luchtwegen remmen. Deze medicijnen heten corticosteroïden. Misschien gebruik je deze medicijnen in de vorm van een puffer, zoals bij astma of COPD. Maar soms is het nodig om tabletten met corticosteroïden te slikken, zoals prednison of prednisolon. Gebruik je die voor een langere tijd, dan kan dit vervelende bijwerkingen geven. Eén daarvan is dat de huid dun en kwetsbaar wordt. De corticosteroïden zorgen ervoor dat de cellen in de huid minder goed groeien. Ook maakt de huid minder eiwitten en vetten aan. Hierdoor worden de verschillende lagen van de huid dunner, minder soepel en zitten ze minder stevig aan elkaar vast.
Stoten of schaven
Een dunne, kwetsbare huid gaat gemakkelijk kapot. ‘Je kunt dan een wond oplopen’, vertelt wondverpleegkundige Patricia Broos. ‘Als iemand zich bijvoorbeeld stoot of schaaft, kan de bovenste laag van de huid losscheuren van de lagen daaronder. Het bovenste laagje van de huid krult dan op en biedt geen bescherming meer aan het lichaam. Zo’n verwonding noem je een ‘skin tear’, ook wel scheurwond of lapwond genoemd.’
Vaak duurt het één tot enkele weken voordat de wond genezen is. Soms is dit langer. Bijvoorbeeld bij een grote of diepe wond, of als iemand ook nog andere ziekten heeft, zoals diabetes of problemen met de bloedvaten.
Houd de huid gezond
Je kunt zelf iets doen om het risico op huidproblemen door prednison te verkleinen, vertelt Patricia Broos. ‘Allereerst is het belangrijk om de huid goed te verzorgen en gezond te houden. Zorg ervoor dat de huid niet uitdroogt én zacht en soepel blijft. Bijvoorbeeld door niet te vaak te douchen en de huid regelmatig in te smeren met een vochtinbrengende crème. Ook gezond eten en voldoende drinken helpen om de huid gezond te houden.’
Naast een goede verzorging is het belangrijk om je huid goed te beschermen tegen wondjes. Broos: ‘Richt de omgeving zo in dat je je niet zo snel kunt schaven of stoten. Houd nagels kort zodat je jezelf niet per ongeluk krabt. Bescherm de huid op armen en benen met lange mouwen en een lange broek.’
Aandacht voor de wond
Loop je toch een wond op, dan is het belangrijk om deze goed te verzorgen. Als de wond niet zo groot en diep is, kun je dit soms zelf doen. Broos: ‘Of vraag of iemand daarbij wil helpen. Als de wond groter is of als niet alleen het bovenste laagje van de huid is losgeraakt maar een dikkere laag, is het belangrijk om een arts om hulp te vragen. Wie naast een wond in de huid ook vocht vasthoudt (oedeem), bijvoorbeeld in de benen, moet zeker naar een arts toe. Bij oedeem geneest een wond namelijk niet goed. Het is dan belangrijk om naast de wond ook het oedeem te behandelen, bijvoorbeeld met steunkousen.’
Totaalplaatje
Naast de huisarts of dermatoloog kan de wondverpleegkundige helpen. Broos: ‘Wondverpleegkundigen werken vaak in ziekenhuizen of bij thuiszorgorganisaties. De huisarts of specialist kan naar de wondverpleegkundige doorverwijzen. Zij – of hij – kan de wond schoonmaken en behandelen. Daarnaast kijkt ze naar het totaalplaatje. Ze beoordeelt hoeveel iemand al weet over de ziekte en de wond. Ook gaat ze na of er nog andere dingen invloed hebben op de wond. Denk aan andere ziekten, medicijngebruik en of iemand voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. De wondverpleegkundige legt ook uit wat iemand zelf kan doen om de wond te verzorgen. Of ze geeft advies aan de wijkverpleegkundige of verzorgende als die de wond verzorgt.’
Tips & adviezen in het kort
Houd je huid gezond:
- Ga niet te vaak onder de douche. Een paar keer per week douchen is voldoende.
- Gebruik niet te veel zeep bij het wassen en douchen. Gebruik liever een zeepvrije, pH-neutrale huidreiniger of een reinigingsolie.
- Smeer de huid dagelijks in met een vochtinbrengende crème, zalf of olie. Gebruik liever geen lotion. Die is vaak niet vet genoeg en kan de huid juist uitdrogen.
- Eet gezond en drink voldoende water (minimaal 1,5 tot 2 liter per dag). Beweeg voldoende. Vraag zo nodig advies aan een diëtist of fysiotherapeut.
Bescherm je huid:
- Zorg dat je je niet zo makkelijk kunt schaven of stoten. Dek scherpe randjes aan meubels en voorwerpen af, bijvoorbeeld met hoekbeschermers.
- Houd je nagels kort en wees voorzichtig met sieraden die de huid kunnen beschadigen, zoals ringen.
- Bedek de huid van je armen en benen met lange mouwen en een lange broek.
- Verzorgt iemand anders in jouw omgeving je, zoals de thuiszorg of een familielid? Dan is het fijn als deze persoon ook zorgt voor korte nagels en geen sieraden draagt tijdens het verzorgen.
Kleine scheurwond?
Een kleine, ondiepe scheurwond van de huid kun je eventueel zelf verzorgen. Dit doe je als volgt:
- Was je handen goed met water en zeep. Dit geldt ook als je de wond van iemand anders verzorgt.
- Spoel de wond goed schoon met kraanwater.
- Probeer voorzichtig de losgeraakte huid weer op zijn plek terug te leggen. Dit kun je doen terwijl je de wond onder zacht stromend water houdt.
- Bedek de wond met een gaasje.
Let op: het is belangrijk dat je hiervoor een gaasje gebruikt dat niet aan de wond blijft kleven, bijvoorbeeld een siliconengaasje. Over dit gaasje heen leg je een droog gaasje.
- Verbind nu de wond met een elastisch verband. Dit houdt de gaasjes op zijn plaats.
- Plak nooit pleisters op de huid. Hiermee kun je de huid weer kapot trekken.
- Een siliconengaasje kan in principe een week blijven zitten. Andere soorten niet-verklevende gaasjes moet je soms vaker verschonen.
Geneest de wond niet goed of wordt deze warm, rood, opgezwollen of pijnlijk? Schakel dan hulp in, want de wond kan ontstoken zijn. Vraag de huisarts of een wondverpleegkundige om hulp.