Beroepsastma
Astma ontwikkelt zich vaak door aangeboren zaken. Maar de ziekte kan ook ontstaan of erger worden door stoffen op het werk. Voorkomen is beter dan genezen, vindt longarts Hanna Kuiper. ‘De beste oplossing is zo min mogelijk prikkels.’
Tijdens haar werk werd brood- en banketbakker Maricella Korvemaker (23) steeds vaker benauwd. Ondanks de klachten werkte ze door, totdat ze na de zoveelste aanval in het ziekenhuis belandde. Daar kreeg ze de diagnose bakkersastma. ‘Een beroepsziekte waar ik zelf nog nooit van had gehoord’, vertelt ze. ‘Iedereen die de term hoort, schiet spontaan in de lach. Ben jij allergisch voor blóem?’
Maricella’s verhaal is maar één van de verhalen op de website van het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke Stoffen (ISBG). Er staan verschillende ervaringen op van mensen die ziek zijn geworden doordat ze tijdens hun werk te maken kregen met stoffen.
Een onderschat probleem
Volgens longarts Hanna Kuiper komt het regelmatig voor dat mensen het verband niet leggen tussen hun klachten en het werk. ‘Mensen denken dat ze gewoon een ziekte hebben. Ze beseffen niet dat de klachten weleens een speciale oorzaak kunnen hebben. Ook veel werkgevers en zelfs bedrijfsartsen en longartsen leggen de relatie niet. Dan wordt de astma behandeld, terwijl de patiënt nog steeds te maken krijgt met de stoffen op het werk. Dat is natuurlijk niet hoe het zou moeten.’
Anders dan gewone astma
Bij astma heeft iemand last van benauwdheid, een piepende ademhaling en druk op de borst. Je noemt het beroepsastma als de ziekte door het beroep wordt veroorzaakt, of door het beroep erger wordt.
Bij allergisch beroepsastma krijgen mensen klachten door één of meer allergene stoffen. Kuiper: ‘Bij deze ziekte is iemand altijd eerst één keer met de stof in aanraking geweest. Het lichaam gaat dan antistoffen vormen in het bloed. Als mensen opnieuw in contact met de stof komen, kunnen zij een astmatische reactie krijgen. Vaak is minimaal contact al genoeg. Dat is anders dan bij gewone (niet-allergische) astma. Daarbij geldt: hoe meer je in aanraking komt met de stof, hoe meer klachten je krijgt. Die eerste keer contact hoef je trouwens niet eens te merken. En je kunt op allerlei manieren gevoelig worden voor een stof, bijvoorbeeld via de huid.’
Thuis zitten
Kuiper is behalve longarts ook één van de oprichters van het kenniscentrum WEL-010, waarbij WEL staat voor Werk En Longen. In dit centrum kunnen mensen met een beroepslongziekte worden behandeld. Wat Kuiper altijd weer opvalt, is hoe groot de invloed van de ziekte op het dagelijks leven is. ‘Veel mensen proberen hun werk nog wel een tijdje vol te houden. Maar zelf sporten of voetballen met de kinderen? Dat zijn de eerste dingen die eraf gaan. Mensen komen aan en voelen zich minder goed. Ze kunnen zelfs thuis komen te zitten. Soms leidt dat ook weer tot relatieproblemen.’
Wat Kuiper daarnaast merkt, is dat mensen heel blij zijn met de aandacht die zij krijgen. ‘En ook de erkenning voor hun ziekte. Die is er in de dagelijkse praktijk zeker niet altijd. Mensen zijn vaak emotioneel, maar ook heel dankbaar. Ik krijg veel bloemen, soms zelfs komkommers van mensen die in de kassen werken.’
Ook autospuiters
WEL-010 is vorig jaar opgericht, maar het probleem van beroepslongziekten is zeker niet nieuw. Kuiper: ‘Neem de mijnwerkers van vroeger. Veel van deze mensen hadden stoflongen. Stof is er op veel werkplekken nog altijd. Daarnaast komen er steeds weer nieuwe stoffen waar mensen allergisch voor worden. Allergisch beroepsastma komt bijvoorbeeld veel voor bij bakkers, kappers en werknemers in de paprikateelt. Autospuiters kunnen allergisch zijn voor isocyanaten in de verf. Mensen kunnen daarnaast allergisch zijn voor huisstofmijt op kantoor of bepaalde schimmels in kassen. Dierenallergie komt veel voor bij mensen die in een lab of op een boerderij werken. Sommige kinderen zijn vanaf hun geboorte overgevoelig voor stoffen. Zij hebben een grotere kans om later beroepsastma te krijgen. Daarom vind ik het ook belangrijk dat kinderartsen de ouders op dat risico wijzen.’
Wie is Hanna Kuiper?
‘Mijn drive? Patiënten zo goed mogelijk helpen. Daarnaast wil ik dat de wetenschap, de zorg en het onderwijs weten dat er beroepslongziekten zijn, zodat er iets aan gedaan kan worden.’
Hanna Kuiper (39) werkt in het Franciscus Gasthuis & Vlietland en het Erasmus MC, waar ze promoveerde in de allergologie. Ze woont samen met haar man en drie ‘prachtkinderen’ in Bergschenhoek (Zuid-Holland). ‘We zijn altijd aan het sporten met elkaar, heerlijk buiten!’
Weinig prikkels
Binnen WEL-010 worden de patiënten behandeld. Daarnaast is er veel aandacht voor het voorkomen van ziek worden. Hanna Kuiper: ‘In de eerste plaats behandelen we de mensen met inhalatiemedicijnen, zoals de richtlijnen aangeven. We geven hen daarnaast adviezen om contact met de stoffen op hun werkplek te voorkomen. Als de medewerker toestemming geeft, bespreken we met de bedrijfsarts wat hiervoor de beste aanpak is. Beschermende maatregelen zijn voor mensen met astma heel belangrijk, want we weten: de beste oplossing is zo min mogelijk prikkels. Kan iemand bijvoorbeeld ander werk doen? Kan de stof worden vervangen door een andere stof? Kan de werkruimte beter geventileerd worden? Op werkplekken waar van alles gebeurt, is de juiste ademhalingsbescherming heel belangrijk. Uiteindelijk moet de werkgever zorgen voor een gezonde en veilige werkplek.’
Link met werk?
Heeft iemand astmaklachten, dan is het volgens Kuiper belangrijk om op tijd vast te stellen of er een link is met het werk. ‘Gebeurt dat niet op tijd, dan kunnen de klachten snel verergeren. Voor medisch personeel is er daarom een standaard vragenlijst om een aanwijzing te krijgen. De belangrijkste vraag: worden uw klachten erger tijdens het werk? Met andere woorden: verminderen de klachten als u een tijdje níet werkt, bijvoorbeeld in het weekend en tijdens vakanties? Mensen kunnen die vraag ook voor zichzelf proberen te beantwoorden. Is het antwoord ja, dan is het goed om de klachten met de arts en de werkgever te bespreken. Pas dan kun je de ziekte goed laten behandelen en de oorzaken aanpakken.’
Omscholen
Er op tijd bij zijn is ook belangrijk met het oog op de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB). Via deze regeling kunnen mensen met een beroepsziekte door bepaalde stoffen – zoals Maricella Korvemaker in het eerdere voorbeeld – soms één keer een geldbedrag krijgen van de overheid. Dit jaar is dat bedrag ruim 24.000 euro.
Kuiper vindt het goed dat deze regeling voor een vergoeding er is. ‘Mensen met een beroepslongziekte moeten zich vaak laten omscholen. Dat kost tijd en geld. Anderen raken arbeidsongeschikt. Uit de vergoeding spreekt ook de erkenning voor de ziekte. Daarom wijs ik mijn patiënten altijd op deze zeer belangrijke regeling.’
Dit artikel is verschenen in LONGWIJZER 4, 2024
Tips & adviezen
- Vraag collega’s of ze ook klachten hebben. Dat is vaak een teken dat er met stoffen wordt gewerkt die gezondheidsschade veroorzaken.
- Elk bedrijf is verplicht om een stoffenregister te hebben. Als werknemer moet je dat kunnen inzien. Zo krijg je een beeld van de stoffen die in jouw bedrijf worden gebruikt.
- Heb je astma, dan is het belangrijk om voldoende te blijven bewegen. Dat kan ook met lichte oefeningen.
- Beweeg je minder dan voorheen? Pas dan je voeding aan, zodat je op een gezond gewicht blijft.
- Heb je een beroepsziekte door contact met bepaalde stoffen? Kijk dan voor meer informatie over de vergoeding op isbg.nl, de website van het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke Stoffen. Via een korte vragenlijst (‘Kom ik in aanmerking?’) zie je snel of het zinvol is om een aanvraag te doen.